Loading

American Red Cross

   juli 1943

Voor hun Clubmobiles was het Amerikaanse Rode Kruis op zoek naar goed opgeleide ‘all-American girls’ tussen de 25 en 35 jaar met werkervaring, goede gezondheid en een leuk uiterlijk. Dorothy Jane en haar zus Grace meldden zich halverwege de oorlog allebei aan als vrijwilligster.

Lees het hele verhaal bij overview >

Vertrek naar Europa

september 1943

Dorothy en haar zus Grace volgden een korte opleiding bij het ARC. Daarna - in september 1943 - vertrokken ze naar Groot-Brittannië. Ze werden ingedeeld bij Group F van de Clubmobiles. Hun Clubmobile droeg de naam ‘Atlanta’.

Lees het hele verhaal bij resources >

Landing op utah beach

16 juli 1944

Dorothy Jane Burdge landt samen met de andere 'girls' van de American Red Cross Clubmobiles, Group F, op Utah Beach, 40 dagen na D-Day. Vanaf hier zal ze met haar Clubmobile steeds in de achterhoe- de van het VIII Corps meereizen.

Lees het hele verhaal bij Marsroute (1) >

Ontsnapt aan Bastogne

16 december 1944, Bastogne

Op 16 december werd de F-Group verrast door het Duitse Ardennenoffensief en vier Clubmobiles weten maar net aan de omsingeling van Bastogne te ontkomen. De terugtocht voert de hen via de ons nu bekende plaatsen uit dit offensief: St. Vith en Vielsalm.

Zie Dorothy’s Marsroute kaart (2) >

Duitsland in

Siegfriedlinie, 15 mrt 1945

Op 15 maart 1945 passeerde de F-Group van de Red Cross Clubmobiles de Duitse Siegfriedlinie en 10 dagen later staken ze de rivier de Moesel over, gevolgd door de oversteek van de Rijn bij Koblenz. De opmars vorderde snel.

Zie Dorothy’s Marsroute kaart (3) >

Het ongeluk

Altenburg, 1 mei 1945

1e Luitentant Lee A. Branch maakt tijdens een rustmoment ‘toertochtjes’ met een buitgemaakte Arado 96. De Clubmobile meisjes worden ook uitgenodigd voor een tochtje. Grace maakte als eerste een vlucht, gevolgd door Dorothy. En dat ging mis, met fatale afloop...

Zie Dorothy’s Marsroute kaart (4) >

Begraven in Margraten

19 juni 1945

Op 4 mei 1945 wordt Dorothy Jane tijdelijk begraven te Eisenach, Duitsland. Een dikke maand later werd ze overgebracht naar de Amerikaanse begraafplaats te Margraten.

Lees het hele verhaal bij Marsroute (5) >

Juli 1943 (?)

Aanmelding ARC

September 1943

Naar Groot-Brittannië

16 juli 1944

Landing op Utah Beach

15 maart 1945

Siegfriedlinie

1 mei 1945

Verongelukt bij pleziervlucht

19 juni 1945

Begraven in Margraten, Vak RR, Rij 12, Graf 290

23 november 1943

Vertrek naar Europa

20 januari 1944

Aankomst in Engeland

juni 1944

Landing Omaha Beach

VS komt in de oorlog

11 december 1941

Nazi-Duitsland verklaart oorlog aan de VS

Keerpunt 2e wereldoorlog

2 februari 1943

Slag om Stalingrad: Rode Leger verslaat Duitsers

-->

Dorothy Jane Burdge

Een American Red Cross 'girl'

Geboren: 14 augustus 1915
Woonplaats: Marion County, Ohio
Familie:
  • Vader: Leroy Burdge
  • Moeder: Lilian A. Bouscein
  • Zussen: Edna Lilian (1913) & Grace (1917)
Opleiding & beroep: Lerares
Militaire loopbaan:
  • 1943: aanmelding bij American Red Cross (ARC)
  • 1943: vertrek naar Europa. Ingedeeld bij Red Cross 'Mobiles'
  • 16 juli 1944: landing op Utah Beach
  • 1 mei 1945: overleden bij vliegongeluk
Begravingsgeschiedenis:
  • 4 mei 1945: tijdelijk begraven te Eisenach, Duitsland
  • 19 juni 1945: herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats te Margraten, Vak RR, Rij 12, Graf 290
  • Ca. 1960: definitieve herbegraving op de Amerikaanse begraafplaats te Margraten, Vak B, Rij 7, Graf 4

Wie aan de Amerikaanse begraafplaats van Margraten denkt, zal vooral denken aan de gesneuvelde soldaten die daar liggen. Mannelijke soldaten. Tot veler verbazing liggen er in Margraten ook een aantal vrouwen begraven, waarvan er één niet eens in dienst van het leger was: American Red Cross ‘girl’ Dorothy Jane Burdge.

Opgroeien in de Verenigde Staten

Dorothy Jane Burdge werd geboren op 14 augustus 1915 in Marion, Marion County, Ohio. Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak was ze 24 jaar. Op dat moment woonde ze in Canton, Stark County, Ohio en volgde ze een opleiding tot lerares.

Dorothy’s ouders waren Leroy Burdge (1879-1769) & Lilian A.
Boescein (1884-1946). Dorothy had twee zussen: Edna Lilian
(1912-2005) en Grace (1917-1999).

Na het uitbreken van de oorlog besloten Dorothy Jane en haar zus Grace om zich als vrijwilligers aan te melden bij het American Red Cross – de Amerikaanse afdeling van het Rode Kruis.

Het Rode Kruis

Het Rode Kruis werd opgericht in 1863. Initiatiefnemer was de Zwitserse bankier Henri Dunant (1828-1910). Bij toeval belandde hij in 1859 een dag na de Slag van Solferino (Italië) op dat slagveld, waar een dag eerder de Frans-Sardinische Alliantie onder keizer Napeleon III had gevochten tegen het Oostenrijkse leger onder keizer Franz Josef I.

Dunant was ontzet door wat hij aantrof: op het slagveld lagen 40.000 gewonden en stervenden en niemand keek naar hen om. Direct riep hij de bevolking uit de omgeving, en met name de vrouwen, op om de soldaten te helpen. Na thuiskomst besloot hij een boek te schrijven over zijn ervaringen. In dat boek opperde hij ook een neutrale organisatie op te richten, die de gewonden verzorgde tijdens een oorlog. Daarmee legde hij de basis voor het Rode Kruis, dat in 1863 werd opgericht. Dunant was één van de oprichters. Het doel van het Rode Kruis is sindsdien uitgebreid van hulp aan enkel gewonde soldaten op het slagveld, naar zorg voor gewonden, zieken en schipbreukelingen van de strijdkrachten ter zee, krijggevangenen, vluchtelingen en burgers. Wel altijd tijdens oorlogshandelingen.

De Red Cross Clubmobiles

In de Tweede Wereldoorlog vroegen de Amerikaanse
strijdkrachten het Amerikaanse Rode Kruis – het American Red
Cross
(kortweg: ARC) – om een bijdrage te leveren aan recreatieve diensten voor militairen in de verschillende oorlogsgebieden. Het ARC gaf gehoor aan deze oproep en begon in Groot-Brittannië met het opzetten van serviceclubs in Londen en in plaatsen die in de buurt lagen van kazernes. Op luchtmachtbases werden zogenaamde aeroclubs opgericht.

Om ook militairen te bereiken die buiten de kazerne op oefening waren of op vliegveld buiten aan het werk waren, bedacht de prominente New Yorkse bankier Harvey D. Gibson, die als Rode Kruis Commissaris naar Groot-Brittannië was gestuurd, het concept van de Clubmobiles: een serviceclub op wielen. De Clubmobiles werden uitgerust met keuken waarin een primusstoof was geïnstalleerd voor het verwarmen van water voor koffie, die werd opgeslagen in een 50-kops gamel. Ook werd een donutmachine ingebouwd.

Naast de keuken was er een uitgiftebalie: een openslaand luik van waaruit de koffie en donuts werden geserveerd. Achter in de bus bevond zich zelfs een ‘lounge’ met ingebouwde banken aan weerszijden, die eenvoudig konden worden omgebouwd tot slaapplaatsen indien nodig. Daarnaast was er nog een Victrola-platenspeler met luidsprekers, een grote selectie van up-to-date 75-toerenplaten en paperbacks.

(NB: In Nederland zouden we de Clubmobile kunnen vergelijken met de rijdende ‘KaDi’ van de Kantine Dienst met dit verschil dat voor de Amerikaanse soldaten de koffie, donuts, sigaretten en kauwgum gratis waren.)

Voor de Clubmobile werden bussen van het merk AEC van de
transportmaatschappij London Green Line verbouwd. Deze bussen
waren beschikbaar omdat de London Green Line tijdens de oorlog
haar transportdiensten noodgedwongen moest opschorten. In totaal werden 94 bussen aangekocht, waarvan er 55 werden omgebouwd tot Clubmobile.

De American Red Cross Clubmobiles begonnen hun werk in Groot-Brittannië in de herfst van 1942 en uiteindelijk waren er bijna dertig uitvalsbases. Elke bus werd bestuurd door een Britse chauffeur, en aan elke Clubmobile werden drie American Red Cross vrijwilligsters toegewezen. Vanuit een basisstation reed een Clubmobile naar Amerikaanse legerinstallaties in de omgeving. Hier werden in samenwerking met de lokale basiskeuken verse ingrediënten ingeslagen en ter plekke koffie en donuts gemaakt. Vervolgens zocht men de soldaten op die buiten de kazerne aan het oefenen waren of reed men naar een vliegveld om zich in de buurt van de vliegtuigen op te stellen.

De aankomst van een Clubmobile werd bekend gemaakt door muziek die uit de ingebouwde luidsprekers aan boord schalde.

Red Cross ‘girls’

Ergens halverwege de oorlog meldden Dorothy Jane en haar zus Grace zich ook aan als vrijwilligster. Ze kwamen allebei door de selectieprocedure en volgden een korte opleiding, Vrijwilligster bij de American Red Cross Clubmobiles werd je overigens niet zomaar. De selectieprocedure streng. De kandidaten moesten minimaal een voortgezette opleiding gevolgd hebben, werkervaring hebben en tussen 25 en 35 jaar oud zijn. Daarnaast moesten zij beschikken over een goede lichamelijke en geestelijke gezondheid. Bovendien moesten ze er leuk uit zien.

Voor wat betreft dat laatste: het sturen van real all-American girls
was een bewuste keuze van het American Red Cross. Het moreel
van de Amerikaanse soldaten overzee zou er bij gebaat zijn, maar de
girls werden geacht niet in te gaan op avances. Grapjes en de jitterbug waren geoorloofd maar meer ook niet!

Het American Red Cross koos er overigens bewust niet voor om geen militaire rangen te gebruiken en noemde haar vrouwelijke werkneemsters bewust ‘girls’. Om die niet-militaire status te benadrukken bestond het tenue van de vrijwilligsters uit dunne grijze jurkjes met witte schoentjes. Dat tenue bleek echter weinig geschikt voor de arbeidsomstandigheden en het koude Britse klimaat. De kledij werd dan ook snel vervangen door wollen RAF-blauwe gevechtstenues (battledresses) en stevige legerschoenen.

Dorothy Jane en Grace vertrokken in september 1943, samen met een groep andere vrijwilligers, naar Groot-Brittannië. Hier werden ze ingedeeld bij de Clubmobiles. Ze kregen hun training in Londen.

Een artikel in The Milwaukee Journal van 21 september 1943 vermeldt:

In the Basement of one of London's Ancestral homes, in the heart of Mayfair, a doughnut school has been set up. Here pretty girls newly arrived from the states learn how to turn out doughnuts for the troops at the rate of 840 an hour. They wear white overalls and are easily the loveliest Army that has ever visited England. There are nearly 500 American girls in the country working for the ARC which runs the doughnut school. They are helped by more than 6,000 British volunteers. No task is to great or small for these girls to tackle. Some teach American troops London Ballroom dancing and other hold daily shorthand classes for US sailors.

There are no beauty bans in this service, and all the girls look glamorous
with their silk stockings, varnished nails and elegant footwear. The
British ATS, WAAFS and WRENS, look drab in comparison […] American
girls with their alluring accents, trim well cut uniforms, lovable natures and untiring zest for work and play have caused the English 'Tommy' a terrific heart throb.

Mee met de invasie

Toen duidelijk werd dat een invasie van het Amerikaanse leger op het Europese vasteland aanstaande was werd besloten om een 2,5 ton zware GMC truck om te bouwen tot Clubmobile. De omgebouwde Green Line bussen waren ongeschikt voor de omstandigheden waarmee men op het vasteland te maken zou krijgen.

De nieuwe Clubmobiles werden uitgerust met keuken inclusief koffiegamellen, donut machine en dergelijke. Er werden er bijna 100 geproduceerd. Dit keer ging er geen Britse chauffeur mee: de Rode Kruis meisjes die gewerkt hadden op de grotere Clubmobiles in Groot-Brittannië leerden zelf om de truck te rijden en te onderhouden. De Clubmobiles reisden mee met de achterhoede van een legerkorps en zorgden voor de het uitdelen van koffie, donuts, sigaretten en kauwgum aan soldaten die terugkeerden van frontdienst...

In totaal werden en 10 Clubmobile Groups geformeerd, elk voorzien van het een specifieke letter van het alfabet. Ze werden toegevoegd aan de diverse legerkorpsen. Een Clubmobile Group bestond uit 32 girls, 8 Clubmobiles, een Cinemobile mobiele bioscoop, 3 bevoorradingstrucks, 2 Britse Hillman-pick-up trucks (voor snelle ritjes waarbij de bus niet mee hoefde of onhandig was) en een jeep voor de teamleider.

De eerste Clubmobiles (Group ‘A’) maakten op 16 juli 1944 – een
dikke maand na D-Day (link naar lemma ‘D-Day) – de oversteek
naar Utah Beach. De Clubmobile Groups volgden vanaf dat moment
de opmars, een reis die hen zou brengen van Frankrijk naar Luxemburg, België, Nederland en aan het einde van de oorlog zelfs helemaal tot in Duitsland. .

De opmars van F-Group door Frankrijk, België en Duitsland

Toen duidelijk werd dat een invasie van het Amerikaanse leger op het Europese vasteland aanstaande was werd besloten om een 2,5 ton zware GMC truck om te bouwen tot Clubmobile. De omgebouwde Green Line bussen waren ongeschikt voor de omstandigheden waarmee men op het vasteland te maken zou krijgen.

Na enige tijd in Bretagne te hebben doorgebracht volgde F-Group de opmarsroute naar Parijs, waarna men in oktober 1944 bij Bastogne een nieuwe uitvalsbasis vond om de dichtbij gelegen troepen van koffie, donuts, sigaretten en kauwgom te voorzien. Op 16 december 1944 werd de F-Group verrast door het Duitse Ardennenoffensief en vier Clubmobiles wisten maar net aan de omsingeling van Bastogne te ontkomen. De terugtocht voerde de Group via de welbekende plaatsen uit dit offensief: St. Vith en Vielsalm. Na het mislukken van het Duitse offensief werd de opmars naar Duitsland hervat.

Op 15 maart 1945 passeerde F-Group de Duitse Siegfriedlinie en 10 dagen later stak men de rivier de Moesel over, gevolgd door de oversteek van de Rijn bij Koblenz. De opmars vorderde snel en na het passeren van plaatsen zoals Idstein, Eisenach, Ohrdruf en Bad Berka in de deelstaat Thüringen bereikten het VIII Corps en de 6th Armored Division (waaraan de F-Group bij toerbeurt was toegevoegd) de Tsjechische grens. Het zou niet meer lang duren voordat de Amerikanen de vanuit het oosten oprukkende Russen zouden ontmoeten.

Eind april 1945 stabiliseerde het front zich en hield de F-Group halt
in de omgeving van Altenburg, ten zuidoosten van Leipzig. Van
hieruit zou men de troepen van de 6th Armored Division voorzien
van de rijdende kantinediensten.

Dorothy’s overlijden

Ten oosten van Altenburg lag het Duites opleidingsvliegveld Fliegerhorst Leinawald. Vanaf 1943 was hier de Blindfliegschule (blindvliegschool) 10 gestationeerd, later hernoemd in Jagdgeschwader (JG) 110. Hier leerden Duitse vliegers in opleiding te vliegen op enkel hun instrumenten (‘blind’ vliegen dus). Nadat het Duitse leger zich had teruggetrokken waren op dit vliegveld diverse opleidingstoestellen van het type Arado 96 achtergebleven.

Tijdens de oorlog was het was niet ongebruikelijk dat de geallieerde luchtmachten gebruik maakten van buitgemaakte vliegtuigen. Vaak maakten US Army Air Force gevechtssquadrons gebruik van dergelijke toestellen om er verkennings- en verbindingstaken mee uit te voeren. Op het vliegveld Leinawald hadden de Amerikaanse troepen een Arado 96 gebruiksklaar gemaakt en voorzien van Amerikaanse nationaliteitstekens; dit om te voorkomen dat deze toestellen zouden worden neergeschoten door eigen troepen.

Op dinsdag 1 mei 1945 was de Clubmobile ‘Atlanta’ van de F-Group met Dorothy Jane en Grace aan het werk bij het vliegveld Leunawald. Die dag nam 1e Luitenant Lee A. Branch verschillende mensen mee voor een ‘toertochtje’ met de tweepersoons Arado 96 om zijn passagiers te laten genieten van de omgeving.

1e Luitenant Lee A. Branch was een ervaren gevechtspiloot van de
404 Fighter Group. Bij het 507 Fighter Squadron was hij een van de
meest ervaren vliegers, gedecoreerd met het Distinguished Flying
Cross
(DFC) en een Air Medal met 12 Oak Leaf Clusters (voor elke 10 gevlogen missies kreeg een piloot 1 OLC).

1e Luitenant Branch was vanuit de 404 Fighter Group in opdracht van het hoofdkwartier van IX Tactical Air Command tijdelijk toegevoegd aan het hoofdkwartier van VIII Corps. Degelijke verbindingsofficieren - ervaren jachtvliegers - vormden een schakel tussen grondtroepen die luchtsteun wilden aanvragen en de piloten die grondaanvallen moesten uitvoeren. Het gebruik van dergelijke Air Liaison Officers of Forward Air Controllers verminderden het risico dat eigen troepen geraakt zouden worden bij het beschieten of bombarderen van Duitse troepen.

Nadat Branch al enkele tochtjes had gemaakt werden de American Red Cross meisjes ook uitgenodigd voor een tochtje in het tweepersoons toestel. Grace maakte als eerste een vlucht, gevolgd door Dorothy. En dat ging mis, met fatale afloop…

Bij zijn poging om onder een hoogspanningskabel door te vliegen raakte Branch bij het optrekken met één vleugeltip een boom waardoor het neerstortte, 200 meter ten oosten van het dorpje Munsa. De crash werd waargenomen door korporaal Frank B. Cesario en soldaat Ruben Corrall van A-Peloton, 86 Cavalry Reconnaissance Squadron van de 6th Armored Division. Zij snelden meteen naar de plek van het ongeluk en trokken luitenant Branch uit het toestel. Niet wetend dat er nog een passagier in het inmiddels brandende toestel zat, trokken zij zich terug.

Pas nadat de brand geblust was werd het lichaam van de passagier –
Dorothy Jane - geborgen. Beide lichamen werden onmiddellijk
afgevoerd naar het 618 Clearing Hospital dat ook bij het vliegveld
gestationeerd was. De aanwezige Flight Surgeon (vliegerarts) Earl W. Douglas onderzocht de stoffelijke resten en constateerden de volgende doodsoorzaak: ‘frontal fracture of the skull’ oftewel frontale schedelfractuur. Lee A. Branch en Dorothy Jane Burdge waren allebei zeer waarschijnlijk op slag dood…

Gretchen Schuyler, teamleider van Clubmobile Group F schreef - in aanvulling op bovenstaande feiten - in een rapport aan haar superieuren:

“Jane’s identiteitsplaatjes werden overhandigd aan de Graven Registratie dienst van de 6th Armored Division. Haar begrafenis zal plaatsvinden op de Amerikaanse begraafplaats te Eisenach, Duitsland. Grace Burdge heeft zich ontfermt over alle persoonlijke bezittingen van Jane. Het is met grootse droefheid dat ik dit rapport opmaak. Jane was een van de best overzeese American Red Cross meisjes. Ze was bij iedereen die het geluk had haar te leren kennen zeer geliefd. De kwaliteiten die haar tot zo een fijne ARC Clubmobile medewerkster maakten, onbezorgdheid en enthousiasme, bezorgden haar veel vrienden. Helaas veroorzaakten deze kwaliteiten ook haar voortijdige dood.”

Dorothy Jane Burdge werd op 4 mei 1945 – 3 dagen na het ongeluk - begraven op de (tijdelijke) Amerikaanse begraafplaats te Eisenach, Duitsland. Op 19 Juni 1945 werd zij herbegraven op de Amerikaanse begraafplaats te Margraten, Vak RR, Rij 12, Graf 290. Na de herinrichting van deze begraafplaats vond zij haar definitieve rustplaats in Vak B, Rij 7, Graf 4.

1e Luitenant Lee A. Branch vond zijn laatste rustplaats in de Verenigde Staten.

Downloads

Literatuur

  • Slinging Doughnuts for the Boys: An American Woman in World War II (Indiana University Press, 2007).

Afbeeldingen

Dorothy Jane Burdge

Bron: Ancestry.com / Sporck Family Tree

Deze foto werd gemaakt vlak voor het vertrek van Dorothy Jane (r) & Grace (l) naar Groot-Brittannië.

Bron: Ancestry.com / Sporck Family Tree

Leroy Burdge

Bron: www.ancestry.com

Edna Lilian (staand), Dorothy Jane (zittend) & Grace (op de grond)

Bron: www.ancestry.com

Grace Burdge

Bron: www.ancestry.com

Voorzien van een RAF blauwe battledress delen deze ARC ‘girls’ koffie en donuts uit

Bron: US Signal Corps

Een Clubmobile team ‘te velde’. De vermoeidheid is af te zien aan de gezichten

Bron: Bob Landry / Life Magazine

Clubmobiles op een vliegveld in Norfolk en tijdens een infanterieoefening

Bron: US Signal Corps / Arie Jan van Hees

Clubmobile voertuigen verzameld voor vertrek naar Normandië

Bron: Jerry Waller / www.redcross.org

Drie zogenaamde ARC ‘girls’ bij hun voertuig

Bron: Corporal J.E. Watson / Flickr / Janice Bernard

De Clubmobiles van Group ‘A’ op een Landing Ship Tank (LST)

Bron: Jerry Waller / www.redcross.org

Het embleem van de American Red Cross Clubmobile

Bron: American Red Cross

Clubmobile ‘Cheyenne’ van de F-Group tijdens de opmars door Duitsland

Bron: www.supersixth.org

1e Luitenant Lee A. Branch staand op een vleugel

Bron: www.supersixth.org

Troepen van de 6th Armored Division tonen hun divisie embleem na het overschrijden van de Duitse grens

Bron: www.supersixth.org

Een Arado 96 tijdens een trainingsvlucht

Bron: Arie-Jan van Hees

Een gerestaureerde Clubmobile

Bron: Arie-Jan van Hees

Het graf van Dorothy Jane Burdge te Margaten, Vak B, Rij 7, Graf 4

Bron: Arie-Jan van Hees