In september 1943 werd de gehele 101 Airborne Division naar Engeland gestuurd om zich voor te bereiden op de invasie van Europa. Achteraf gezien hadden ze op dat moment nog driekwart jaar voor de boeg voordat de strijd voor hen echt zou losbarsten.
Op 19 maart 1944 vierde Robert in Engeland zijn 29ste verjaardag, getuige een foto die van die feestelijke gebeurtenis bewaard is gebleven, waarop hij staat met een flinke verjaardagstaart in zijn handen.
Alle aandacht en energie was rond die tijd - begin 1944 - gericht op het klaarstomen van de troepen voor de invasie van het continent. Aan de vooravond van de grote dag - D-Day - bracht
generaal Dwight D. Eisenhower, een goede vriend van Robert Cole en inmiddels opperbevelhebber van de geallieerde troepen, een bezoek aan het vliegveld waar 101 Airborne Division op het punt stond te vertrekken. Robert gaf hem een persoonlijke rondleiding.
Op 6 juni 1944 - D-Day - had Robert Cole als luitenant-kolonel het commando over het 3e bataljon van het 502 Parachute Infantry Regiment, 101 Airborne Division. Op die dag ging zijn eenheid voor het eerst het gevecht in.
In de vroege uren van 6 juni werden ca. 13.000 paratroopers van 82 en 101 Airborne Division en de Britse 6 Airborne Division tijdens de tot dan toe grootste luchtlandingsoperatie ooit vlak achter de Duitse verdedigingslinies langs de Normandische kust gedropt.
101 Airborne Division had als taak de toegangswegen naar Utah Beach in te nemen. Daarnaast moest Duitse artillerie worden uitgeschakeld en moesten bruggen over de rivier de Douve worden ingenomen. Hoewel de paratroopers zeer verspreid landden wist Cole zijn mannen uiteindelijk bij elkaar te krijgen en werden de doelen gehaald. De zwaarste missie moest echter nog komen...
Na de succesvolle sprong op D-Day kreeg 101 Airborne Division de opdracht om op te rukken naar het strategisch gelegen Carentan. Om daar te komen moest 502 PIR vier bruggen oversteken. Daarbij werden ze constant door Duitse troepen onder vuur genomen. Vele soldaten sneuvelden er langs deze weg die daarvoor de bijnaam Purple Heart Lane kreeg.
Na de laatste brug werden Robert Cole en zijn mannen weer onder vuur genomen door de Duitsers. Er was maar een uitweg: aanvallen en er het beste van maken. Cole beval zijn mannen de bajonetten op hun geweer te zetten en zette de aanval in richting de Duitse verdedigingslinie. Deze actie is de geschiedenisboeken ingegaan als Cole’s Charge.
Cole en zijn mannen wisten de Duitse verdedigingslinies te bereiken en de Duitsers uiteindelijk te overmeesteren. Maar de verliezen waren enorm: binnen één dag was 502 PIR 270 van de 400 mannen kwijtgeraakt. Robert Cole kreeg voor zijn heldhaftige actie (postuum) de Medal of Honor.
Het succes van Cole’s charge was strategisch van groot belang voor de Amerikaanse opmars. In de dagen na 11 juni 1944 werd het stadje Carentan ingenomen. Na die
inname gaf Robert Cole een interview aan de pers.
Hierna bleven Robert Cole en zijn mannen van
502 PIR nog tot juli in Normandië. Toen keerde 101 Airborne Division terug naar Engeland. Eerst om tot rust te komen, en daarna om zich klaar te maken voor de volgende operatie.
Het is bekend dat Robert Cole zijn bataljon met ijzeren vuist bestuurde. Nadat hij versterkingen had ontvangen waren zijn mannen binnen korte tijd klaar voor een nieuwe uitdaging. Het zou niet lang duren voordat die zich in de loop van september ook aandiende in de vorm van Operatie Market Garden.
Op 17 september 1944 ging de grootste luchtlandingsoperatie ooit van start: Operatie Market Garden. Die dag sprongen er maar liefst 41.628 paratroopers.
De mannen van 101 Airborne Division werden gedropt tussen Eindhoven en Veghel en hadden de taak om daar verschillende bruggen, wegen en steden en dorpen in te nemen. 502 PIR werd gedropt bij Son en moest (onder andere) een brug over het Wilhelmina- kanaal innemen in Best.
Het 3e bataljon van 502 PIR van Robert Cole had als eerste taak was om de landingsplaats – de drop zone – te beveiligen zodat versterkingen later op de dag en de dagen erna veilig konden worden afgeleverd. Dat verliep gemakkelijk.
Nadat Robert Cole de volgende dag – op 18 september – bericht had gekregen dat H-bataljon flink in de problemen zat in de buurt van Best besloot hij hen te hulp te schieten.
Om tegenstand te bieden aan de Duitse verdediging riep hij de hulp in van P-47 Thunderbolt jachtvliegtuigen. Toen die per abuis op de Amerikaanse stellingen begonnen te schieten rende Robert Cole een weiland in om Air Recognition Panels - oranje herkenningsbakens - te plaatsen, zodat de piloten wisten waar de Amerikanen zich bevonden.
Even bleef Robert Cole staan met zijn hand boven zijn hoofd tegen de zon om naar de vliegtuigen te kijken. Dat moment van stilstand werd hem fataal. Terwijl hij naar boven keek werd hij vol in zijn slaap geraakt door een schot uit een Duits geweer. Hij overleed ter plekke...
Robert Cole’s dood was de grootste tegenslag die 502 PIR tijdens de oorlog te verduren kreeg. Een betere bataljonscommandant als hij was niet denkbaar.
Voor zijn heldhaftige daden in Normandië ontving Robert Cole - helaas postuum - de Medal of Honor, de Purple Heart en de Franse Croix de Guerre onderscheiding. De Medal of Honor werd uitgereikt aan zijn vrouw en hun twee jaar oude zoon in Fort Sam in Houston, Texas.
Robert Cole werd na zijn dood begraven in Margraten. Hij vond zijn laatste rustplaats in Vak B, rij 15, graf 27. Op 18 september 2009 werd er in Best vlakbij de plek waar hij sneuvelde een monument voor hem onthuld.