784 Tank Battalion scheepte op 30 oktober 1944 in in Amerika en bereikte op 1e Kerstdag de haven van Le Havre in Frankrijk. Het front lag op dat moment langs de Duitse grens en het Ardennen- offensief was in volle gang.
Het bataljon trok direct verder via Soissons (F), België en Zuid-Limburg. Arthur’s eenheid kwam daarbij langs Maastricht. Binnen een week waren ze van Normandië tot aan de grens met Duitsland gereden.
Op 31 december trokken ze
Duitsland binnen bij Eschweiler en raakten ze voor het eerst betrokken bij gevechtshandelingen.
In de eerste twee maanden van 1945 raakte 784 Tank Bataljon betrokken bij gevechts- acties vlak over de Nederlands-Duitse grens. Het geallieerde leger was op dat moment bezig het gebied tussen de Duitse grens en de Roer in handen te krijgen. Het volgende doel was het gebied tot aan de Rijn te veroveren.
Op 26 februari trok 784 Tank Battalion de Roer over en werd met enkele andere eenheden onderdeel van Task Force Byrne, die als
opdracht had op te rukken naar de Rijn en onderweg de Duitse tegen- stand uit te schakelen. Ze trokken op aan de oostzijde van de Siegfriedlinie en rolden de laatste Duitse verdedi- ging op. Op 2 maart waren ze in Venlo (dat de dag ervoor was bevrijd) en op 3 maart weer in Duitsland.
Tot 2 maart verliep Task Force Byrne voorspoedig en Arthur en zijn kameraden maakten flinke voort- gang. Dat veranderde op de avond van 2 maart toen B-compagnie van 784 Tank Battalion opdracht kreeg om deel te nemen aan een nachtelijke aanval op het dorp Sevelen. Dat werd stevig verdedigd door Duitse Fallschirmjäger–eenheden (= parachutisten).
In eerste instantie was er weinig tegenstand, maar dat veranderde toen de geallieerde troepen het centrum van Sevelen bereikten. De Duitsers bliezen een brug op ten zuiden van het dorp waardoor de Amerikanen werden afgesloten van versterkingen & bevoorrading.
Arthur en zijn kameraden zullen hier enkele spannende uren hebben doorgebracht, maar aan het einde van de ochtend van 3 maart werd de Duitse tegenstand gebruiken en was Sevelen in handen van de Amerikanen. Daarbij sneuvelden 53 Duitse soldaten en werden er 207 krijgsgevangen genomen. De rest van de dag bleven ze in Sevelen.
Op 4 maart kregen B-compagnie van 784 Tank Battalion en het eerste bataljon van 320 Infantry Division de opdracht om het
dorp Kamperbruch aan te vallen. De commandant
verwachtte weinig Duitse tegenstand, maar daarin
vergiste hij zich. De Duitsers hadden er twee stuks
75-mm Antitankgeschut opgesteld, die de tanks
van 784 Tank Battalion flink onder vuur namen.
Drie tanks werden er geraakt. Uit twee ervan kon de bemanning veilig wegkomen. De bemanning van Arthur’s tank had echter minder geluk. Hun tank werd geraakt door een voltreffer… Arthur en twee van zijn kameraden – William Hogue en Albert Harte – kwamen daarbij op tragische wijze om het leven.
Arthur Whitbeck sneuvelde op 4 maart 1945 – hij werd 21 jaar.
Op 16 maart 1945 kreeg de familie Whitbeck het bericht dat geen enkele familie wilde ontvangen.
Het originele telegram is bewaard gebleven:
The secretary of war desires to express his deep regret that your son TEC 4 Whitbeck Arthur J was killed in action in Germany 4 Mar 45, J A Ulio The Adjutant General.