Op 20 september 1944 scheepte Leo met zijn kameraden van 334 Infantry Regiment in op de USAT Thomas H. Barry (USAT = United States Army Troopship) in de haven van Brooklyn.
In zijn jonge jaren had Leo hier nog gespeeld en een extra zakcentje verdiend met allerlei klusjes, nu scheepte hij er in naar Southampton, of beter: naar de oorlog.
Op 9 november arriveerde 84 Infantry Division in de buurt van Gulpen in Zuid-Limburg. Op 17 november werd de divisie ver- plaatst naar het front. Dat lag op dat moment iets ten oosten van de Nederlands-Duitse grens en het geallieerde leger wachtte een enorm obstakel: de Siegfriedlinie. De legerleiding had besloten 84 Infantry Division in te zetten tijdens Operation Clipper, die als doel had een doorbraak door de Siegfriedlinie te forceren.
Leo en zijn kameraden zouden worden ingezet bij het verdrijven van de Duitsers uit het deel van de linie rond Geilenkirchen en omgeving.
Aan de vooravond van de start van hun deelname aan de oorlog hield 84 Infantry Division halt bij het Duitse dorpje Palenberg. Daar werden de soldaten – zo blijkt uit een overgeleverde tekening – van koffie en versnaperingen voorzien door de Red Cross girls van een Clubmobile. Op 18 november begon de strijd.
Op 20 november, de derde dag van de strijd, kreeg Leo’s compagnie de opdracht om een aantal Duitse bunkers op Mahogany Hill in te nemen.
De soldaten van 84 Infantry Division zetten om 8 uur ’s ochtends de aanval in, maar de Duitse soldaten beantwoordden de opmars direct met dodelijk machinegeweervuur. De Amerikanen riepen artilleriesteun in en trokken weer een paar 100 meter verder.
Ergens in deze strijd werd Leo Lichten dodelijk geraakt door vijandelijke kogels. Hij stierf in de velden bij Prummern, slechts 19 jaar oud.
Later op de dag lukte het Britse Churchill ‘Crocodile’ vlammenwerpertanks om de bunkers uit te schakelen. Luitenant Theodore Draper was er bij en herinnert het zich zo: “De muren van de bunker leken als hout te branden. Onze mannen die het geluk hadden het spektakel te zien vergaten voor een moment de modder en het gevaar op Mahogany Hill. Het was zo’n vreselijk, maar tegelijkertijd prachtig gezicht dat je in de oorlog ziet.”
Leo was één van de 169 soldaten die sneuvelden tijdens Opera- tion Clipper, een gezamenlijke Brits-Amerikaanse aanval op de Siegfriedlinie bij Geilenkirchen. Zijn kameraden van 84 Infantry Division zouden na Operation Clipper kort terugkeren naar Lim- burg om vervolgens ingezet te worden in het Ardennenoffensief.
Van de ASTP-rekruten (Army Specialized Training Program) stierf uiteindelijk zo’n 20%, 10 keer zoveel als in de rest van het leger.
Het valt daarmee moeilijk te ontkennen dat Leo en zijn kameraden gediend hebben als kanonnenvoer. Ze waren slecht opgeleid en absoluut niet klaar voor de moeilijke taak die hen als infanterist te wachten stond.
Leo werd na zijn dood begraven in Margraten en vond zijn laatste rustplaats in Vak E, Rij 7, Graf 13. Hij kreeg postuum de Purple Heart medaille toegekend. Zijn graf is sinds enkele jaren geadopteerd door de uit Heerlen afkomstige Frans Timmermans, momenteel Eurocommissaris in het Europees Parlement.