Aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog had
Maurice Rose inmiddels de rang van majoor en had
hij veel ervaring opgedaan in allerlei takken van het
leger. In 1942 werd hij stafchef van 2 Armored
Division. Deze divisie had de bijnaam 'Hell on Wheels'.
Op 15 december 1942 kwam hij met 2 Armored Division aan in
Noord-Afrika om deel te nemen aan de Noord-Afrikaanse
veldtocht, waarin de geallieerden vochten tegen het Duitse leger.
Hoewel het al snel duidelijk was de het Duitse leger onder bevel
van generaal Erwin Rommel deze strijd niet kon winnen gaven de
Duitsers zich niet gewonnen. Hitler had persoonlijk bevolen dat ze
tot de laatste man moesten doorvechten.
Op 13 mei 1943 werd de overgave echter toch getekend. Maurice
Rose speelde hier een belangrijke rol in. Hij was degene die de
onderhandelingen met de Duitsers leidde en uiteindelijk de
allereerste massale onvoorwaardelijke overgave van de Duitse
troepen in de Tweede Wereldoorlog afdwong.
Vanaf 10 juli 1943 nam Rose deel aan de invasie van
Sicilië met als doel dit eiland in te nemen en zo
het Middellandse Zeegebied onder geallieerde
controle te brengen en hopelijk ook het Italiaanse
leger op de knieën te krijgen. Nadat de geallieerden Sicilië
hadden ingenomen ging het als bruggenhoofd dienen voor de
invasie van Italië, die op 3 september 1944 begon.
In november 1943 werd 2 Armored Division overgeplaatst
naar Engeland om zich voor te bereiden op de invasie van
Normandië. Op 24 november
1943 werd hij bevorderd tot
Commanding officer van 2
Armored Division en kreeg hij de
rang van brigade-generaal, nadat
hij in de loop van 1943 al was
bevorderd tot luitenant-kolonel
en later kolonel.
Op 8 juni 1944 landde brigade-generaal
Maurice Rose als commandant van 2 Armored Division op de
stranden van Normandië (D-Day + 2). De weken daarna voch-
ten hij en zijn mannen mee in Operatie Overlord.
Op 7 augustus volgde weer een bevordering: hij werd door de
generaals Omar Bradley en Dwight D. Eisenhower persoonlijk
aangesteld als bevelhebber van 3 Armored Division en
tegelijkertijd bevorderd tot Generaal-majoor. Ondanks Rose’s
militaire successen in Tunesië en op Sicilië was deze bevordering
niet zonder controverse: hij had geen universitaire opleiding en
zijn eerste aanstelling was die van een reserve officier geweest.
Inmiddels was de uitvoering van Operatie Cobra in
volle gang: de geallieerde legers hadden Normandië
achter zich gelaten en waren op weg naar Parijs.
Tijdens Operatie Cobra verdiende 3 Armored
Division de bijnaam Spearhead (speerpunt),
omdat ze altijd voorop ging in de strijd.
De opmars leidde 3 Armored Division via Noord-Frankrijk naar België. Op 2 sept. staken ze de Frans- Belgische grens over bij Bergen (Mons). Via Charleroi, Namur, Verviers en Eupen kwamen ze op 15 september als eerste geallieerde divisie even ten zuiden van Aken aan bij de Duitse grens.
Tussen september 1944 en januari 1945 nam 3 Armored Division
deel aan de Slag om het Hürtgenwald en het Ardennenoffensief.
Daarna kreeg de divisie een welverdiende rustpauze van enkele
weken.
De man die naast de jeep staat in deze
video is zeer waarschijnlijk Maurice
Rose. Hij heeft 2 sterren op zijn helm (hij
was een 2 sterren generaal) en de kraag
van zijn jas komt overeen met foto’s van hem.
Helaas is hij heel slecht herkenbaar.
Vanaf 25 februari nam 3 Armored Division weer
deel aan de strijd en trok ze gestaag op naar
Keulen, dat ze op 6 maart innam. Er was weinig
weerstand in deze volledig platgebombardeerde
stad, waar op dat moment nog maar zo’n 20.000
mensen woonden. Voor de oorlog waren er
dat 770.000 geweest...
Op 25 maart stak de divisie de Rijn over.
Zij kreeg de opdracht om de aanval op
het Ruhr-gebied – het hart van de Duitse
oorlogsindustrie – te leiden. In de aanval
die Rose de dagen daarna orkestreerde
vestigde de divisie een record dat tot op
de dag van vandaag nog niet is gebroken:
op 29 maart 1945 trokken ze in één dag
tijd 150 kilometer op, terwijl ze werden
bestookt door de vijand.
Op 30 maart reed Maurice Rose met een kleine colonne door vijandelijk gebied nabij Paderborn, toen ze opeens onder vuur werden genomen. Rose, zijn chauffeur Glenn Shaunce
en assistent Robert Bellinger probeerden met hun
Jeep te ontkomen, maar werden klem gereden door
een Duitse Tiger II-tank.
Het luik van de tank opende
zich en er kwam een Duitse soldaat te voorschijn die
zijn machinegeweer op hen richtte.
Wat er toen gebeurd is weten we niet
precies: heeft Rose naar zijn pistool ge-
grepen en heeft de Duitse soldaat
geschoten? Of was de Duitse soldaat
schietgraag? Of juist heel nerveus en heeft hij om die reden de trekker van zijn pistool overgehaald.
Wat vast staat is dat Maurice Rose op dat moment geraakt is door verschillende kogels en ter plekke overleed. Zijn helm toont de inslag van twee kogels. Shaunce en Bellinger hebben het wel overleefd. De Duitsers hebben niet gezien dat ze zojuist een generaal-majoor hadden gedood. Ze lieten zijn lichaam liggen en zijn troepen vond hem een dag later.
Generaal-majoor Maurice Rose sneuvelde
op 30 maart 1945, 45 jaar oud, met het einde
van de oorlog inmiddels in zicht. De plek van
zijn sneuvelen is precies bekend en staat te
boek als Rose Point. Hij was de hoogste-
plaatste Amerikaanse militair die in Europa
door vijandelijk vuur werd gedood.
Hij kwam om op een manier die kenmerkend was voor zijn hele
optreden als militair: hij bleef niet veilig achter de frontlinies (zoals
vele andere hoge officieren), maar zocht het front juist
voortdurend op. Dat bracht natuurlijk de nodige gevaren met zich
mee, maar hij nam ze doelbewust.
De dag na zijn sneuvelen werd
Maurice Rose met passend militair
ceremonieel – voor zover mogelijk
naar de omstandigheden – tijdelijk
begraven in Ittenbach.
Een paar dagen na de dood van Maurice Rose ontving zijn
weduwe een telegram van generaal Dwight D. Eisenhower.
Hij schrijft: He was not only one of our bravest and best but
was a leader who inspired his men to speedy accomplishment
of tasks that to a lesser man would have appeared almost
impossible. He was out in front of his division leading it in one
of it is many famous actions when he met his death.
In augustus 1945 werd hij overgebracht naar de begraafplaats in
Margraten, waar hij uiteindelijk zijn laatste rustplaats vond in Vak
C, Rij 1, Graf 1. Hoewel Rose de hoogste militair is die in Margraten
begraven ligt, is zijn kruis niet anders dan dat van alle andere
soldaten. In de dood zijn alle mensen gelijk...
Maurice Rose liet een echtgenote -
Virginia Barringer Rose - en twee
zonen na. Maurice ‘Mike’ was 19
jaar toen zijn vader sneuvelde,
Maurice ‘Reece’ Roderick 4 jaar.