Loading
Richard’s bataljon - in totaal zo’n 660 man - werd op 23 nov. 1943 ingescheept in Virginia
na een flinke training.
Lees het hele verhaal bij Resources >
Op 20 jan. 1944 kwam het 82nd Engineer Combat Battalion aan in Liverpool, Engeland.
Het zou nog een klein half jaar duren voordat ze in actie zouden komen.
Lees het hele verhaal bij Resources >
Op 6 juni 1944, D-Day, begon de geallieerde invasie van Europa. Het 82 Engineer Combat
Battalion landde stapsgewijs tussen 10 en 16 juni 1944 op Omaha Beach in Normandië. De bedoeling was om snel door te stoten naar de rest van Frankrijk, maar de opmars ging traag.
Lees het hele verhaal bij Marsroute (1)>
Eind juli 1944, 7 weken na D-Day, was het front gestagneerd. Operatie Cobra moest de impasse
doorbreken. Het 82 Engineer Combat Battalion bevond zich rond Saint-Lô, vlak bij het front. Richard Wells heeft Operatie Cobra daarmee van zeer dichtbij meegemaakt.
Lees het hele verhaal bij Marsroute (1)>
Op 7 augustus was Richard in Vire, waar hij en zijn kameraden voor de eerste keer een
(nood)brug aanlegden. Op 26 augustus arriveerden ze in het stadje Meulan en legden er een brug over de Seine. Begin september trok 82 Engineer Combat Battalion verder naar België.
Lees het hele verhaal bij Marsroute (2)>
Op 9 september 1944 kreeg Richard met 3 anderen de opdracht om een geschikte plek te
vinden voor een noodbrug over het Albertkanaal. De Duitsers hadden alle bruggen opgeblazen. Hun jeep werd beschoten tussen Kesselt en Veldwezelt, Richard werd geraakt en stierf.
Lees het hele verhaal bij Marsroute (3)>
Aanmelding ARC
Naar Groot-Brittannië
Landing op Utah Beach
Siegfriedlinie
Verongelukt bij pleziervlucht
Begraven in Margraten, Vak RR, Rij 12, Graf 290
Air Evac. Nurse diploma
Getrouwd
Lichaam aangespoeld
Naar Panama
Naar Europa
Vertrek naar Europa
Aankomst in Engeland
Landing Omaha Beach
Nazi-Duitsland verklaart oorlog aan de VS
Slag om Stalingrad: Rode Leger verslaat Duitsers
| Geboren: | 14 mei 1924 |
| Woonplaats: | Cherry Creek, Chautauqua County, New York (de staat NY) |
| Familie: |
|
| Opleiding & beroep: | Toen hij in 1943 werd opgeroepen voor het leger had hij 3 jaar High School achter de rug. |
| Militaire loopbaan: |
|
| Begravingsgeschiedenis: |
|
Er is wel eens gesteld dat tijdens WOII voor elke vechtende Amerikaanse frontsoldaat er tien mensen in de achterhoede actief waren. Zonder al die ondersteuningstroepen – zoals inlichtingendiensten, onderhoudspersoneel, verplegende personeel,
vrachtenchauffeurs, enz. – was de oorlog nooit gewonnen. Korporaal
Richard ‘Dick’ F. Wells was onderdeel van zo’n belangrijke
ondersteunende legertak: hij was ingedeeld bij 82 Engineer Combat
Batallion. Deze gevechtsgenietroepen rukten vlak achter de
frontsoldaten op. Zij hadden als taak hindernissen te ruimen en bruggen aan te leggen.
Op 9 september 1944 maakte Wells deel uit van aan een verkenningspatrouille langs het Albertkanaal. De jeep waarin hij reed werd onder vuur genomen. Wells’ medepassagiers werden door de Duitsers krijgsgevangen genomen, maar hijzelf werd doorzeefd met kogels. Richard Wells werd 20 jaar.
Richard ‘Dick’ F. Wells werd geboren in het kleine stadje Cherry Creek, Chautauqua County in de staat New York. Zijn vader was Leroy C. Wells (ca 1892-1964) en zijn moeder Julia M. Wachter Wells (1894 - 1957). Richard ‘Dick’ was de 4de van 7 kinderen: Donald (1919-1986), Doris (1921-2012), Edwin (1922-2006), Richard (1924-1944), Norman (1926-1982), Jean (1928-2011) en Herbert (1930-2008). Eén kindje werd doodgeboren in 1917.
Vader Wells was in 1930 nog boer, maar werkte in 1940 in de ijzerindustrie, net als oudste zoon Donald. De familie woonde aan Maple Avenue 487 in Cherry Creek. Zijn zus Jean, die 5 jaar jonger was, herinnerde zich hem op latere leeftijd als een heel gelukkig kind. Zijn favoriete liedje dat hij op weg naar school zong was Red River Valley.
Richard trad op 1 februari 1943 in dienst van het Amerikaanse leger. Hij was op dat moment 19 jaar en had 3 jaar High School achter de rug.
Richard werd ingedeeld bij 82 Engineer Combat Battalion, oftewel de
gevechtsgenie. De gevechtsgenie maakte onderdeel uit van de
fronttroepen. De Combat Engineers fungeerden als ondersteunde
troepen voor hun vechtende medekameraden. Het was niet de
bedoeling om deel te nemen aan de strijd, maar indien nodig waren ze er wel volledig voor toegerust. Dat was ook hard nodig aan het front. Hun werk was dan ook zeker niet zonder gevaar.
Het 82 Engineer Combat Battalion werd geactiveerd in januari 1943. De gemiddelde leeftijd van de rekruten was 22 jaar. Tot en met mei 1943 waren ze in Camp Swift in Texas bezig met de basistraining, waarbij de nadruk lag op algemene kennis en kunde die een militair moest beheersen.
Vanaf eind mei startte het Unit Training Program, waarbij de focus kwam te liggen op de vaardigheden van een genist en het samenwerken in teamverband. De belangrijkste onderwerpen die aan bod kwamen waren mijnenvelden en het ruimen van mijnen, bruggenbouw, aanleg van wegen en problemen die je kon tegenkomen in oorlogsgebied.
In augustus 1943 kreeg het bataljon de opdracht om in Louisiana enige hands-on ervaring op te doen door daar enkele bruggen en wegen te gaan repareren. Eind augustus kwam het bericht dat het bataljon zich klaar moest gaan maken voor verscheping overzee.
Richard werd bevorderd tot de rang van korporaal en was Assistant Squad Foreman (plaatsvervangend sectieleider).
Richard’s bataljon – in totaal zo’n 660 man - werd op 23 november 1943
ingescheept in Virginia. Ze hadden op er dat moment een opleiding van
driekwart jaar opzitten.
Vanwege het gevaar getorpedeerd te worden door Duitse U-boten voer hun schip mee in een groter konvooi van 65 koopvaardijschepen en 20 oorlogsschepen. De reis verliep gelukkig rustig.
De beoogde bestemming was in eerste instantie India, maar de plannen wijzigden. Via Oran in Algerije en Casablanca in Marokko werden ze naar Engeland gestuurd. Op 20 januari 1943 kwamen ze aan in Liverpool. Vandaar reisden ze door het graafschap Wiltshire, waar ze hun opleiding vervolgden. Het zou op dat moment nog een klein half jaar duren voordat het 82 Engineer Combat Battalion in actie zou komen. Die tijd werd gevuld met meer oefeningen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn op de taak die het bataljon te wachten stond.
Een niet uitputtende lijst van werkzaamheden die de genietroepen in de oorlog moesten kunnen uitvoeren is:
|
Op 6 juni 1944 – D-Day - begon de geallieerde invasie van Europa.
Het 82 Engineer Combat Battalion landde stapsgewijs tussen 10 en
16 juni 1944 op Omaha Beach in Normandië. De bedoeling van de
geallieerde legerleiding was om vanuit Normandië snel door te stoten naar de rest van Frankrijk. De realiteit bleek echter weerbarstiger. De opmars ging maar traag doordat het Normandische bocagelandschap het heel lastig maakt voor de geallieerden om zich snel te verplaatsen.
Zeven weken na D-Day was het front gestagneerd en maakten de geallieerde troepen nog maar nauwelijks vorderingen. De legertop realiseerde zich dat ze een doorbraak moesten forceren om de impasse die was ontstaan te doorbreken. Operatie Cobra moest daarvoor zorgen.
In de laatste dagen van juli voerden de geallieerden een enorm offensief uit op de Duitse verdedigingslinies. En met succes: binnen een paar dagen was er een doorbraak geforceerd en kon het geallieerde leger eindelijk beginnen met de verdere opmars.
Het 82 Engineer Combat Battalion bevond zich eind juli rond Saint-Lô, vlak bij het front. Richard Wells heeft Operatie Cobra dus van zeer dichtbij meegemaakt. Sterker nog: hij nam er aan deel. Op 17 augustus bevond hij zich nog steeds in het inmiddels volledig kapot gebombardeerde in Saint-Lô, maar op 15 augustus was hij in Vire. Daar legden hij en zij kameraden voor de eerste keer een (nood)brug aan.
De weg naar Parijs lag nu open en de opmars kreeg dan ook een versnelling die het tot dat moment nog niet had gehad. Rond 19 augustus bereikten de eerste troepen de Seine. Richard arriveerde er waarschijnlijk op 26 augustus.
Op die dag legde het 82 Engineer Combat Battalion bij het stadje
Meulan een brug over de rivier.
In de volgende dagen bleef het bataljon ten noordwesten van Parijs.
Begin september rukten ze weer op. Via Gembloux in de provincie Namen arriveerden ze in Alken nabij Hasselt. Inmiddels waren Brussel en Antwerpen bevrijd (5 september), Luik (6 september) en Verviers (7 September).
Op 8 september bevond het 82 Engineer Combat Battalion zich in Alken – ten zuiden van Hasselt. Die dag rukte het bataljon op richting Riemst om daar de nacht door te brengen.
De volgende ochtend - 9 september – stuurde commandant John R. Davies vier van zijn mannen – waaronder Richard Wells - op een verkenningspatrouille om in de buurt van Hasselt een geschikte plaats te vinden om het Albertkanaal over te steken en een noodbrug aan te leggen. Naast Richard, die de jeep bestuurde, maakten ook luitenant Edward J. Fairchild en de soldaten William E. Ash en Lawrence P. Chemeski deel uit van de patrouille.
De inspectietocht was noodzakelijk omdat de terugtrekkende Duitse troepen de dag ervoor alle bruggen in de buurt hadden opgeblazen: die van Vroenhoven, Veldwezelt en Briegden. Het Albertkanaal was op vele plaatsen een zeer diep kanaal, waarover je niet zomaar een brug legde. Vandaar was een grondige inspectie hard nodig.
Terwijl de jeep op weg was van Kesselt naar Veldwezelt sloeg het noodlot toe voor Richard: vanuit de bosjes langs de weg werd er van twee kanten op de jeep geschoten door achtergebleven Duitse soldaten die de opdracht hadden gekregen de Amerikanen te beletten het kanaal over te steken.
De vier mannen werden hevig onder vuur genomen en Richard werd
door verschillende kogels geraakt in zijn buik en zijn benen, terwijl
Fairchild, Ash en Chemeski dekking zochten. Richard was al stervende
als zijn drie kameraden besluiten zich over te geven.
De Duitsers legden Richard nog neer op de stoep bij de familie Vanham. Toen de familie na luid gebons de voordeur opende en het levenloze lichaam vonden was Wells al gestorven. Ze zagen ook hoe de drie anderen krijgsgevangen werden genomen (zij zouden de rest van de oorlog slijten in Duitse werkkampen.)
Volgens Corry Vanham werd het lichaam van Wells daarna naar de plaatselijke kerk gebracht, waar hij werd gewassen door de nonnen. Verschillende mensen kwamen kijken. Niet veel later kwamen de Amerikanen het stoffelijk overschot van Wells halen.
Bill Hammond van 82 Engineer Combat Battalion was een van hen. Hij herinnerde zich Richard Wells als volgt: “Telkens als ik aan korporaal Wells denk, moet ik weer huilen. Dick was een prima soldaat. Niets was hem te veel. Altijd paraat. “He was a soldier’s soldier”. Volgens Hammond’s herinneringen lag het door midden gezeefde lichaam van Wells overigens niet in de kerk maar op een houten tafel in een schuur.
Terwijl het lichaam wordt geborgen en de jeep weggesleept worden de genisten opnieuw onder vuur genomen door de Duitsers. Een Amerikaanse tank heeft hun stelling later flink onder vuur genomen, waarna de Duitse verdediging was gebroken.
Op 11 september trokken de Duitse verdedigers zich terug over de Maas, op 12 september begon de bevrijding van Limburg.
Hoewel Richard het niet meer heeft meegemaakt is het interessant om
nog even stil te staan bij de bruggen die de Amerikaanse genisten van
het 82 Engineer Combat Battalion in de dagen na Wells’ dood aanlegden
over het Albertkanaal en de Maas.
Het was voor hen op dat moment onmogelijk om de bestaande bruggen bij Vroenhoven, Veldwezelt en Briegden te repareren vanwege de enorme diepte van het kanaal. Daarom werd uitgekeken naar een plek waar het kanaal veel minder diep was.
Eerst werd op 12 september een (tijdelijke) voetbrug aangelegd van Nivelles (B) naar Laag Caestert / Eijsden (NL) even ten noorden van de boerderij ‘De Muggenhof’. Daarna werd een drijvende pontonbrug aangelegd en tenslotte een zware Baileybrug.
De meest geschikte plek om een Baileybrug over het Albertkanaal aan te leggen bleek bij Kanne te liggen. Baileybruggen werden op de oever geassembleerd en daarna over het water geschoven. Een eerste poging hiertoe mislukte echter. De brug zakte door en belandde in het water. Voor een tweede poging werd een schip gebruikt als ondersteuning. Hiervan is een mooi schilderij gemaakt door Henry J. MacMillan. Deze poging lukte wel.
Richard F. Wells overleed op 9 september, 20 jaar oud. Twintig dagen later - op 29 september – kregen zijn ouders een condoleancetelegram. Het bericht zal de familie hard hebben getroffen.
Op dat moment waren vijf leden van het gezin in dienst van het leger:
Donald had gevochten in de Pacific en was ernstig gewond geraakt bij
Guadalcanal. Op het moment van overlijden van Richard bevond hij zich
in een ziekenhuis aan de Amerikaanse westkust. Broer Edwin bevond
zich nog steeds ergens in de Pacific. Norman was gelegerd in Maryland waar hij werkte bij de Ordnance Department, die zorgden voor de bevoorrading van het leger. Zus Doris deed dienst in het leger als verpleegster.
Richard is uiteindelijk echter de enige van de broers en zussen die sneuvelde in de strijd. Hij is gedecoreerd met een Purple Heart.
De familie Wells besloot om Richard te laten begraven in Margraten, dichtbij de plek waar hij sneuvelde. Zijn graf is te vinden in Vak J, Rij 6, Graf 6.