Schützenminen, doorgaans afgekort tot Schü-mine, waren anti-personeelsmijnen, die specifiek gericht waren op (lopende) infanteristen. Ze konden een soldaat vreselijke verwondingen toebrengen.
De mijn bestond uit een simpel houten kistje waarin 200 gram explosief materiaal (TNT) zat en een ontstekingsmechanisme. Omdat er geen metalen onderdelen in zo’n mijn zaten, konden ze niet door mijndetectors worden opgespoord. De uitwerking werd soms vergroot door ze in een bedje van kiezelstenen te leggen. Soms werd de loze ruimte in het mijnlichaam opgevuld met schroot, maar dan was de mijn wel makkelijk te vinden met een mijndetector.
De ontploffing van een Schuh-mine zorgde er minimaal voor dat het been dat op de mijn stapte tot boven de enkel/onder de knie, werd verbrijzeld. Vaak werd het andere been door de luchtdruk en opspattende stenen eveneens zo zwaar beschadigd dat dit been gedeeltelijk geamputeerd moest worden.